Arnhemmers trekken 25 mei 1944 weg uit hun stad.
Arnhemmers trekken 25 mei 1944 weg uit hun stad. Foto: Gelders Archief - P.J de Booys sr en jr

Andere Tijden special over de evacuatie van Arnhem in 1944

Algemeen

ARNHEM - De NTR heeft een Andere Tijden special gemaakt over de evacuatie van Arnhem in 1944, met getuigenissen uit eerste hand. Op last van de bezetter moesten de Arnhemmers hun stad verlaten. Ook in de wijde omgeving moesten mensen halsoverkop op de vlucht. Uiteindelijk vluchtten ruim 250.000 Gelderlanders voor het oorlogsgeweld. De special van 50 minuten wordt gepresenteerd door Astrid Sy en is donderdag 25 mei om 20.30 uur op NPO 2 te zien. Andere Tijden is het geschiedenisprogramma van de NTR.

 Een eindeloze stroom vluchtelingen trekt in de herfst van 1944, tijdens de Slag om Arnhem, vanuit die stad richting het noorden. Ze hebben gehoor gegeven aan het bevel van de Duitse veldmaarschalk Model: iedereen moet Arnhem en de directe omgeving onmiddellijk verlaten. Maar waarheen?

De tienduizenden ontheemden lopen richting Beekbergen, Apeldoorn en Ede. Te voet, op de fiets, met karren en kinderwagens. Een menselijke slang kronkelt zich naar het noorden. Alleen het hoogstnoodzakelijke hebben ze bij zich en waardevolle spullen die ze niet mee kunnen nemen, hebben ze vaak verstopt onder de vloer van hun huis. 

Schrijver Ineke Inklaar heeft onderzoek gedaan naar deze massale evacuatie. “De oorlog is al vier jaar aan de gang. Mensen hebben honger en hun kleding en schoenen hebben de beste tijd gehad. Kinderen dragen vele lagen kleren en zien eruit als Michelin-mannetjes. Ze hebben een kaartje om hun nek wie ze zijn en bij wie ze horen.” 

Mensen verkeren in onzekerheid. Ze weten niet waar ze heen moeten, wanneer ze terugkeren en hoe ze hun huis bij terugkomst zullen aantreffen. Velen gaan eerst bij vrienden en kennissen in de buurt langs waar ze een dag, een paar dagen of een week kunnen verblijven maar vaak moeten ze na verloop van tijd toch weer verder trekken. Als de Veluwezoom helemaal tjokvol zit met evacuees gaan ze door naar ‘t Gooi, de Achterhoek of Friesland.

Engels jachtvliegtuig

John Joep Visser is 8 jaar als hij samen met zijn ouders richting Apeldoorn loopt. Bij Beekbergen wordt de stoet beschoten door een Engels jachtvliegtuig. Zeventien vluchtelingen komen om als de kogels een Duitse munitieauto raken. 

Visser: “Een enorme explosie en in de berm liggen mensen te kermen. Bloed loopt op straat. Iedereen is in paniek maar de Duitsers roepen dat we moeten ‘Weitermachen’. Doorlopen.”  Veel ontheemden belanden bij boeren. Een groot deel van hen neemt evacuees liefdevol op. Joop ten Klooster herinnert zich: “Wij zaten met zeventien man bij een boer in Spankeren en elke dag ging ik de koeien melken. Het was de mooiste tijd van mijn leven.” 

Anderen treffen het minder goed. Hoewel kwartiergevers een financiële compensatie voor iedere evacuee ontvangen moet er vaak extra betaald worden voor eten. Ineke Inklaar: ‘’Voor elk glas melk, elk ei, iedere maaltijd moet worden betaald. Sommige boeren worden rijker terwijl de evacuees armer en dunner worden.” 

Spanningen

Natuurlijk ontstaan er spanningen tussen kwartiergevers en evacuees. John Joep Visser: “We hadden bij een boer een kamer gekregen en we gingen aan tafel. De boer las voor uit de bijbel en toen zei m’n katholieke moeder een weesgegroetje. Wat ze anders nooit deed.” Nog altijd is Joop verbijsterd door de actie van zijn moeder. “Die boer werd zo kwaad dat we direct van onze kamer af moesten en verbannen werden naar de hooizolder.”  Ook Clasien Jacobs slaapt in de stal: “De hele nacht hebben we de muizen en ratten over ons heen voelen lopen. Ze zaten zelfs in de wieg van mijn zusje.” 

Een leeggeroofde stad

Na de bevrijding kunnen de Arnhemmers niet gelijk terug naar huis. Niet alleen is 90% van de huizen beschadigd, ook ligt er nog overal munitie en moeten de lijken van 900 geallieerde militairen geborgen worden. Pas dan kunnen bewoners terug. Ze treffen een systematisch leeggeroofde stad aan. Duitse roofploegen hebben alles wat los en vastzit geplunderd. Stoelen, bedden, tapijten, gordijnen, kachels, schilderijen, bestek, zelfs de vloeren zijn opengebroken. 

De Arnhemse inboedels worden naar gebombardeerde steden in het Duitse Ruhrgebied verscheept in treinwagons met de opdruk: Liebesgaben aus Holland. Clasien Jacobs: “Ons huis was kapot, vies en leeg. Alleen onze twee grote Chinese vazen vonden we terug. Volgepoept, dat wel.” Ineke Inklaar schat de roofschade op 5 miljard euro.

Hulp Aan Rijke Kennissen

In Arnhem is behoefte aan alles en het Rode Kruis start een nationale inzamelactie voor huisraad. De ‘Hulpactie Roode Kruis’: HARK. Ineke Inklaar: “Tafels met drie poten en een suikerpotje waar een oor van af was. De kwaliteit van de spullen die binnenkwamen was over het algemeen niet geweldig. De kringloopwinkels nu zouden het weigeren. En omdat het vermoeden bestaat dat notabelen als eerste een keuze uit de giften mogen maken noemen Arnhemmers de HARK al snel spottend: Hulp Aan Rijke Kennissen.’’

Arnhemmers op de vlucht.
Duitse officier houdt toezicht op plundering meubels in Arnhem.