Museum Arnhem heropent voorjaar 2022: koepel gastvrij middelpunt
AlgemeenARNHEM - In het voorjaar van 2022 heropent Museum Arnhem. Het museum onderging vanaf 2017 een grondige transformatie op zijn vertrouwde locatie op de stuwwal in Arnhem. De tentoonstellingsoppervlakte is uitgebreid met 550 vierkante meter. De nieuwbouw levert vier extra tentoonstellingszalen en twee publieksruimtes op die door grote vensters een doorkijk geven naar de omliggende natuur. Museum Arnhem kan straks meer bezoekers ontvangen en hen beter faciliteren.
De nieuwe vleugel steekt vijftien meter uit over de stuwwal en is een blikvanger door de gevel met 82.000 unieke door Koninklijke Tichelaar met de hand vervaardigde tegels. Het kleurverloop van de gevel - van ijsblauw naar aardse tinten - symboliseert de locatie van het museum op de door een gletsjer ontstane stuwwal. De brede trap in de aanbouw verbindt het museum met de beeldentuin en heeft de functie van stadsveranda. De koepel uit 1873 is vanaf de heropening de centrale ontvangstruimte van het museum en geeft toegang tot de geheel vernieuwde beeldentuin. Deze vrij toegankelijke groene buitenzaal van het museum is door landschapsarchitecten Karres en Brands opnieuw ontworpen.
Publiekslievelingen als The Warrior (1953-1954) van Henry Moore, Venustrechter (1986) van Rebecca Horn, 12,5% Proof (1993) van Marc Quinn en Borstentros (2008-2010) van Maria Roosen zijn straks weer te zien. Ook wordt een aantal nieuwe sculpturen toegevoegd.
Historische koepel als gastvrij middelpunt
De koepel wordt het startpunt van het museumbezoek en huisvest de winkel en het café. Een logisch zalencircuit leidt bezoekers door de bestaande zalen die volledig zijn gerenoveerd en nieuwe hoge en ruime museumzalen. Op de bovenverdieping van de koepel komt een vrij toegankelijke activiteitenruimte.
Nieuw depot voor de collectie
Na heropening huisvest Museum Arnhem de collectie en de collectie archeologie van de Gemeente Arnhem in een nieuw depot. De collectie van Museum Arnhem bevat ruim 25.000 objecten met werk van bekende namen als Carel Willink, Pyke Koch, Jan Mankes en Fiona Tan. Daarnaast zijn ook jonge kunstenaars als Esiri Erheriene-Essi en Zanele Muholi vertegenwoordigd. Al vanaf 1980 onderscheidt de collectie zich door haar meerstemmigheid. Museum Arnhem verzamelt en presenteert structureel werk van vrouwelijke kunstenaars en kunstenaars met diverse (culturele) achtergronden en vraagt daarbij nadrukkelijk aandacht voor andere perspectieven dan het dominante (westerse) perspectief. Deze meerstemmigheid is nu actueler dan ooit. Museum Arnhem opent met een selectie uit eigen collectie, aangevuld met bruiklenen van en opdrachten aan kunstenaars van buiten West-Europa en Noord-Amerika.
Tentoonstellingsprogramma openingsjaar
Bij de heropening zijn drie nieuwe tentoonstellingen te zien: Tenminste Houdbaar Tot, Van Links Naar Rechts en de educatieve presentatie Met Open Ogen.
Tenminste Houdbaar Tot In Tenminste Houdbaar Tot onderzoekt Museum Arnhem de verschillende manieren waarop kunstenaars vanaf de 17de tot en met de 21ste eeuw de natuur verbeelden. Met dit onderwerp sluit het museum aan bij één van de meest urgente politieke en maatschappelijke onderwerpen wereldwijd. De klimaatproblematiek wordt bezien in relatie tot de machtsongelijkheid op de wereld; een onderwerp dat een belangrijke rol speelt in de museumcollectie. Wat vertelt de verbeelding van de natuur door de eeuwen heen over de relatie tussen de mens en zijn natuurlijke omgeving? Kan een andere beeldvorming van natuur bijdragen aan een duurzame omgang met de aarde? Aan de hand van meer dan 200 werken uit de collectie, bruiklenen en opdrachten biedt Museum Arnhem het publiek perspectieven voor een harmonieuzere relatie tussen mens en aarde.
Van Links naar Rechts De tentoonstelling Van Links naar Rechts is de opmaat naar een reeks tentoonstellingen waarmee Museum Arnhem de collectie neorealisten in een andere context verder uitdiept. Hoofdthema is de politieke polarisatie in het interbellum, die van invloed is geweest op de kunst, de afzonderlijke carrières van kunstenaars en op de verzamelgeschiedenis van Museum Arnhem. Het realisme wordt in deze presentatie beschouwd als een stroming van maatschappelijk engagement. Het interbellum was een politiek beladen periode. De polarisatie heeft kunstenaars hun carrière gekost en heeft bij anderen juist erg in het voordeel gewerkt. Politieke polarisatie heeft vooral links-geëngageerde kunstenaars uitgesloten van het canonieke spectrum van het neorealisme. Museum Arnhem presenteert een inclusiever beeld van het interbellum dan voorheen, dankzij de herontdekking van veel progressieve kunstenaars, onder wie Berthe Edersheim, Harmen Meurs en Nola Hatterman.
Met Open Ogen Met de presentatie Met Open Ogen geeft Museum Arnhem een impuls aan de educatieve traditie, die door Pierre Janssen is gestart. Pierre Janssen was directeur van het museum van 1969-1982. De op beleving gerichte presentatie biedt bezoekers een verdiepende kijkervaring en nodigt hen uit werken op verschillende manieren te ervaren en deze ervaringen actief met elkaar te delen. Deze tentoonstelling laat publiekslievelingen zien, zoals zelfportretten van Dick Ket. Verschillende manieren van kijken krijgen de hoofdrol.
