Project SWOA: het schrijven van een Levensboek

Algemeen Kort nieuws

ARNHEM - Weten uw kinderen en kleinkinderen hoe uw leven eruit zag toen u jong was? Zou u nog eens graag met iemand herinneringen willen ophalen aan vroeger? SWOA geeft ouderen in Arnhem de mogelijkheid om hun levensverhaal te laten opschrijven. 

“De vrijwilligers zijn getraind in het luisteren naar en het verwoorden van persoonlijke verhalen. Zo werkt u samen aan uw levensboek. Misschien denkt u: ‘Moet ik mijn hele hebben en houden vertellen?’ Natuurlijk niet, u bepaalt welke verhalen de moeite waard zijn om in uw boek te worden opgenomen”, aldus SWOA. 

 ”Na een kennismakingsbezoek bij u thuis, zorgen wij voor iemand die bij u past. Het is belangrijk dat het klikt tussen u en de vrijwilliger. Hoe vaak en wanneer de vrijwilliger bij u komt, spreekt u samen af. Tijdens de leuke en inspirerende ontmoetingen komt uw verhaal tot leven. Als de tekst klaar is en de bijpassende foto’s uitgezocht zijn, kan de drukker aan de slag. U betaalt de drukkosten van het aantal door u bestelde boeken en een eenmalige vergoeding voor deelname aan het project Levensboeken.” Die bijdrage bedraagt 50 euro.  

Meer informatie of aanmelden, bel tel. 06-11457000, kijk op www.swoa.nl/levensboek of stuur een mailtje naar levensboeken@swoa.nl.

Uw leven in een boek

‘Geertje herinnert zich moeders vaste regel nog goed. Zij en haar vier zussen mochten naar dansles - het enige vertier in die tijd - op voorwaarde dat ze ook naailes volgden. De meisjes konden dus niet wachten om naar naailes te gaan. In de weekenden waren de zussen ’s middags druk met de strijkbout en de krultang in de weer om zich klaar te maken voor het dansen. Pas als ze helemaal tevreden waren, wierpen ze nog een laatste blik in de spiegel voor ze op de fiets stapten.’ 

 

‘De dansschool had de oorlog van zich afgeschud en de deuren geopend. Nette kleding (heren in pak met stropdas) was verplicht. Hans bezat echter alleen een groen jasje van de HARK (Hulp Actie Rode Kruis). Zijn neef werkte bij een herenmodezaak en leende hem een pak, dat Hans op zaterdagmiddag bij hem ophaalde en op zondagmorgen weer terugbracht. In de zomer organiseerde de dansschool dansmiddagen in de Theepit in Sonsbeek. In de pauze verspreidde het gezelschap zich in de buitenlucht. Opeens klonk er van achter een bosje trompetgeschal. De trompetter kwam tevoorschijn en liep spelend richting de Theepit waar het orkest inviel. De dansers liepen achter de muziek aan en ieder koos zijn of haar partner voor de volgende dans.’