Stadsarcheoloog Martijn Defilet.
Stadsarcheoloog Martijn Defilet. Foto: Ellen Koelewijn

Archeoloog Martijn Defilet voelt zich in Arnhem op zijn plek

Algemeen

ARNHEM - Voor archeologen is Arnhem een boeiende werkplek. Zeker in het zuidelijk deel van de binnenstad zijn waardevolle resten uit het verleden opgegraven. Deskundigen wrijven zich in de handen als ze in de aarde mogen wroeten. Stadsarcheoloog Martijn Defilet is in Arnhem helemaal op zijn plek.

Door Vincent Bos

Zo kijkt hij uit naar de presentatie van het publieksboek waarin wordt ingegaan op tal van archeologische ontdekkingen. Al vergt dat nog wel enig geduld omdat er nog veel onderzoekswerk verricht moet worden.

“Wat we vinden zijn onder meer spullen van mensen. Wat we willen weten is wie die mensen waren, hoe ze leefden. We hebben een groot huis ontdekt. Dan denk je dat zo’n woning toebehoorde aan een rijke familie. Dat wil je goed uitgezocht hebben. Zo geldt dat ook voor een klooster van Minnebroeders. Dan wil je achterhalen hoe de monniken aan dat huis kwamen. Dat vergt tijd. Een historicus is daarmee bezig”, zegt Martijn Defilet (48).

Geschiedenis heeft altijd al zijn aandacht getrokken. Egyptologie ook. Verdwenen culturen. Andere maatschappijen. Anderen denkwijzen. Het zijn voor hem interessante aandachtsgebieden. Vandaar dat hij aan de universiteit archeologie gestudeerd heeft. En dat zijn hart een sprongetje maakt als in de stad bouwplannen worden ontwikkeld. Want in zo’n geval is het verplicht archeologen hun werk te laten doen.

Vlaardingen was zijn eerste halteplaats. Vanaf 2007 is Arnhem zijn werkterrein, een stad met een rijke historie. Martijn Defilet wijst op vondsten uit de bronstijd en uit de Romeinse periode waaronder een castellum. Niet zo verwonderlijk want in de hele regio zijn bij opgravingen tal van even prachtige als bijzondere en waardevolle ontdekkingen gedaan uit de Romeinse tijd.

Zijn mooiste ontdekking noemt hij de vondst in 2015 van een pelgrimsinsigne. “Daarop staan de afbeelding van Aegidius (Romeins generaal, red). Bijzonder was ook de vondst in de Broerestraat van een klein potje uit 1190 vol met muntjes en sieraden. In het zuidelijk deel van de binnenstad hebben we vondsten gedaan waardoor we veel over het oudste deel van de stad te weten zijn gekomen.”

De stadsarcheoloog hoopt op bouwontwikkelingen in het noordelijk deel van de stad. Want daarover is veel minder informatie te vinden. Als er projecten komen dan zijn de archeologen er meteen bij. Hij noemt het Jansplein en de Jansplaats interessante gebieden. Dan heb je het over een hele oude kern. Binnenkort worden er bomen geplant. Daar zijn gaten in de grond voor nodig van al snel een paar vierkante meter. Groot genoeg voor archeologen om aan de slag te gaan.

De meeste vondsten zijn te zien in het archeologisch depot van de gemeente. Geen uitnodigende locatie, beseft hij. “Daarom willen we zoveel mogelijk laten zien in het erfgoedcentrum van Rozet. Dat is daarvoor toch de aangewezen plek”, stelt Defilet.