Afbeelding
Foto:

De kansloze slag om de Grebbeberg

De Grebbeberg was een strategisch zeer belangrijk onderdeel van de Grebbelinie, die liep van Veenendaal en Amersfoort tot aan het IJsselmeer. Bij de inval van Nederland was het gebied blank gezet, behalve een strook van 3,5 kilometer tussen de Grebbeberg en Wageningen. Duitse strijdkrachten begrepen goed dat het innemen van die locatie een doorstoot naar het westen van Nederland mogelijk kon maken. Op 10 mei 1940 trekken Duitse troepen vrij eenvoudig bij Westervoort de IJssel over, bezetten zij in de avond Wageningen en Ede, en stuiten vervolgens op de voorposten van de Grebbeberg. De volgende dag vallen in de ochtend geharde elitetroepen de Grebbeberg aan. Artillerievuur legt de Nederlandse stellingen onder moordend vuur. Hierbij wordt de communicatie met de voorposten verloren, hetgeen ervoor zorgt dat er geen eigen artilleriesteun mogelijk is. Aan het einde van de middag vallen de voorposten. Op Eerste Pinksterdag wordt de hoofdweerstandslijn aangevallen, nadat deze urenlang is bestookt door kanonnen. De munitieaanvoer van de Nederlandse troepen stokt en Duitse strijdkrachten dringen binnen en veroveren kazematten aan het begin van de berg. Majoor Jacometti, commandant van het tweede bataljon leidt een wanhopige tegenaanval en laat hierbij het leven. Vervolgens, op Tweede Pinksterdag, wordt de Grebbeberg veroverd door inzet van verse Duitse troepen. Majoor Landzaat, de commandant van het eerste bataljon, verdedigt zijn post tot de laatste patroon. Hij had zijn mannen opgedragen een veilig heenkomen te vinden - "jullie hebben als helden gestreden, mijn dank" - maar blijft zelf doorvechten. Uiteindelijk sneuvelt hij samen met de laatste soldaat die achtergebleven was.

Op het ereveld van de Grebbeberg liggen 396 doden die rondom de berg zijn gesneuveld. De slag was een van de relatief bloedigste van de Blitzkrieg in West-Europa.