Afbeelding
Foto:

Het bombardement en de evacuatie

Uit Wat de oorlog bracht over Zevenaar 1940-1945.

Een vreselijk dag voor ons stadje was 8 februari 1945. Geallieerde vliegmachines voerden in de voormiddag een zwaar bombardement uit. Vooral de Griethestraat moest het ongtgelden, waar geen huis onbeschadigd bleef. Ook de Schoolstraat leed veel schade. Bovendien vielen brandbommen op het huis van Rosenberg in de Marktstraat dat geheel uitbrandde. Een zware bom viel op en door het huis van slager van Uum, eveneens in de Marktstraat. De bom ontplofte gelukkig niet, doch hij viel onder andere door een tafel en een houtsplinter trof het oog van de heer van Uum, die dit oog moest missen.

Reeds in November 1944 kwam het bevel van de Duitsers dat de inwoners van Zevenaar moesten evacueren. Locoburgemeester Borst wist dit onheil te voorkomen tot groot genoegen van de bewoners. Men had de ellende gezien van de bewoners van meer zuidelijk gelegen streken en men wist wat die bij de evacuatie hadden geleden en hoe hun bezittingen door de Duitsers werden geroofd. Men leefde hier dan wel in groot gevaar maar "waar is het tegenwoordig nog wel veilig?"

In februari kwam weer een bevel tot evacuatie van Zevenaar doch weer kon de heer Borst, tezamen met de heer Huijzenveld, het bevel ongedaan maken, tenminste voor de stad. Maar de bewoners van Babberich, Oud-Zevenaar en Ooy moesten de plaats toch ontruimen op 12 februari 1945. Toen het granaatvuur in de omgeving van het ziekenhuis zeer hevig werd en op 12 februari een voltreffer op de kapel was neergekomen, besloot Dr. Gerver het merendeel van de zieken, die reeds geruime tijd in de kelders waren ondergebracht, te laten evacueren. Zij vertrokken op 14 februari naar Harreveld. De oudjes van de Pelgromstichting gingen diezelfde dag naar Silvolde.

Mede mogelijk gemaakt door het vfonds.