Afbeelding
Foto:

DE MOBILISATIE IN HET GRENSGEBIED

Uit: Oorlog over het Gelders Eiland

Reeds op 12 mei 1939 was er een groep Nederlandse militairen, bestaande uit één luitenant en ruim veertig soldaten en onderofficieren, ingekwartierd in Huize Aerdt. Zij behoorden tot de Groep Betuwe, waarvan de commandopost zich in Elst bevond. Huize Aerdt werd, na enig onderhandelen, gehuurd voor een bedrag à fl 25,- per maand. In september 1939 stuurde de gemeente Herwen & Aerdt een rekening aan de Grenswachtcommandant, betreffende het gebruik door zijn onderhebbende militairen van de gemeentelijke zwem- en badinrichting in de Rijn nabij 'Villa Copera', gedurende 14 weken. De kosten waren daarvoor fl 1,50 per dag.
De zeer gespannen internationale situatie was aanleiding voor de Nederlandse regering op 29 augustus 1939 over te gaan tot een algemene mobilisatie. Diezelfde dag vertrok vanaf de Rijnkade te Tolkamer de stoomboot 'Koningin Wilhelmina' met de gemobiliseerde soldaten uit Herwen & Aerdt naar Arnhem, deze tocht werd door de gemeente betaald. Uit Pannerden moesten er een man of zestig onder de wapenen, zij mochten, weliswaar op rijkskosten, op eigen gelegenheid naar Arnhem toe.
Sindsdien werd er koortsachtig gewerkt aan de uitvoering van de landsverdediging. Langs de grens met Duitsland werden versperringen voorbereid en soldaten gelegerd.

De douane in Tolkamer speelde een belangrijke rol in deze grensbewaking. Zij controleerde de voorbijkomende schepen. Er werd vooral gelet op de diepgang en met name schepen van de Duitse rederij 'Rhenus' waren verdacht. Daarom lag er nabij het Vossegat een boot van de rivierpolitie en een kanonneerboot van de Koninklijke Marine. Met deze schepen had men verbinding met behulp van lichtkogels, evenals met het Fort Pannerden.