Zicht op de Rijnkade. Het lint geeft aan waar de loopgraven liepen.
Zicht op de Rijnkade. Het lint geeft aan waar de loopgraven liepen. Foto: Gelders Archief 1560-3705, fotograaf D. Renes, 1945, CC-BY-4.0 licentie.

Boekenreeks Frontstad Arnhem 1944-1945

Algemeen

ARNHEM - Van de hand van Karin van Veen is het boek ‘Graven in de vuurlinie. Gelderland 1944-1945. Leven in het spergebied langs de Rijn’. Dat boek werpt nieuw licht op de bijzondere geschiedenis van het ontruimde Arnhem in het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog. 

Recent verscheen het boek ‘Graafwerk voor de Panther-Stellung & De toestand in frontstad Arnhem, 1944-1945’. Het vormt een tweeluik met het boek ‘Dwangarbeiders in de vuurlinie. Het kampleven in frontstad Arnhem, 1944-1945’. Beide boeken bieden verrassende inkijkjes in het onalledaagse leven van de dwangarbeiders en gebleven Arnhemmers. 

Na Operatie Market Garden werken in Arnhem zeker 10.000 Nederlandse dwangarbeiders. Tot april 1945 telt de stad wel 20 verblijfskampen. Samen met krijgsgevangenen uit Frankrijk, Italië en Rusland leggen de tewerkgestelden voor de bezettingsmacht een linie aan: de Panther-Stellung. Voor het eerst vertellen de mannen zelf wat zij hebben meegemaakt. 

Eind september 1944 sommeert de Duitse bezetter ruim 90.000 stadsbewoners om te vertrekken. De Rijn wordt het nieuwe front tussen de Duitsers en de geallieerden. Arnhem blijft 7 maanden lang de hoofdstad van een 40 kilometer brede verboden zone. Het front loopt van de Duitse grens tot Rhenen. In dit spergebied functioneert niets meer normaal.

Rond Arnhem ontstaat een kilo­meters lange gordel van loopgraven met geschut, tank­barricades, schuilonderkomens en mijnenvelden. Er komen bunkers op een landgoed, loopgraven langs de Rijn, tankgrachten bij Onderlangs, een Flak-stelling op de Kattenberg en barricades bij alle hoofdwegen. 

Ongeacht hun afkomst, leeftijd of beroep moeten de dwangarbeiders zwaar graaf- en zaagwerk verrichten. Ze vertellen per stadswijk over hun werk en belevenissen op de bouwlocaties.

Veel tewerkgestelden zijn door de bezetter bij grote razzia’s elders in het land opgepakt. Ook pas geëvacueerde Arnhemmers worden zo vanzelf naar hun stad teruggebracht. In Arnhem bivakkeren zij onder meer in het Diaconessenhuis, Vreedenhoff, de barakken bij Golflinks en het Artilleriepark, School III en de Gemeentelijke HBS.

Er heerst een mix van strenge orde en volslagen wetteloosheid, terwijl de verwoesting door het oorlogsgeweld groter wordt. Hoe houden de dwangarbeiders zich staande? Kameraadschap is van levensbelang. Behalve ongemak, beschietingen en sleur maken de dwangarbeiders ook hilarische situaties mee. Intussen plunderen Duitse commando’s de verlaten huizen en bedrijven. De Nederlanders zouden daarbij een rol hebben gespeeld. Van Veen nuanceert dit beeld. En in deze chaos is niet alles verloren. Gebleven bewoners doen wat zij kunnen om nog iets van waarde te redden. 

Meer info: www.gridvl.nl