Afbeelding

Burgemeester Marcouch besluit tot verbod demonstratie Pegida

Algemeen

ARNHEM - Burgemeester Ahmed Marcouch heeft vandaag (20 maart) besloten de demonstratie te verbieden die Pegida Nederland heeft aangemeld om 23 maart 2024 op het Jansplein in het centrum van Arnhem een koranboek te verbranden. 

De geplande betoging is verboden ter voorkoming van wanordelijkheden, op grond van artikel 5 van de Wet openbare manifestaties. Marcouch heeft de organisator van de demonstratie op de hoogte gebracht. 

Het gevaar van ernstige wanordelijkheden en de gesignaleerde terroristische dreiging in relatie tot de geplande betoging is dusdanig groot en concreet, dat de veiligheidssituatie rond deze betoging niet in voldoende mate te beheersen zou zijn, stelt de politie in haar advies: zelfs niet bij de inzet van een zeer grote politiemacht.

Marcouch: “Om die dreiging te weren en de veiligheid van onze inwoners, ondernemers en betogers te kunnen borgen, heb ik deze demonstratie verboden.”

Aanzuigend

Het feit dat in de laatste dagen voor de betoging de invloed van social media exponentieel toeneemt – wat ook het geval was bij de betoging van 13 januari jl. – heeft bovendien een aanzuigende en mobiliserende werking tot gevolg, blijkt uit de informatie van de politie. Dit maakt de onvoorspelbaarheid van wat zich op 23 maart in Arnhem aan ernstige wanordelijkheden kan voordoen des te groter.

Betogingen waarbij een koranboek verbrand wordt, hebben bovendien ernstige gevolgen voor de nationale veiligheid en raken internationaal de Nederlandse belangen en Nederlandse burgers die zich in het buitenland bevinden. Zij lopen een voorstelbaar en ernstig risico als gevolg van een dergelijke daad. Deze dreiging is naar aanleiding van de betoging van 13 januari jl. bovendien toegenomen. 

Marcouch: “Als burgemeester kan en wil ik ook daaraan niet voorbijgaan. Vrijheid van betoging is een essentieel grondrecht binnen de democratie. Ik betreur dat dit democratisch recht in dit geval onmogelijk wordt gemaakt. Het recht op betoging kan namelijk enkel begrensd worden bij wet en daarom pleit ik voor een verbod op het verbranden en vernielen van religieuze en levensbeschouwelijke boeken.”